Van Shkodër reden we langs het meer naar het noorden en net vóór de grens met Montenegro namen we de weg naar de grensplaats Gusinje, een route door de bergen. Een prima weg met veel haarspeldbochten, maar goed te doen. We kwamen bij een uitzichtspunt dat we meteen maar benoemd hebben tot mooiste punt van Albanië! Geweldig, wat was het daar mooi. En van bovenaf keken we zo op de volgende haarspeldbochten, naar beneden. En wat een geweldige bergen om ons heen, echt fantastisch! Steeds maar weer stoppen om te kijken en foto's te nemen.


Het laatste stuk voor de grens moesten we twee bruggetjes over. Het eerste, gewoon een rij dwarsbalken, ging nog, bij de tweede ben ik eerst uitgestapt om te kijken of het verantwoord was om er overheen te rijden. De balken bewogen al als ik er overheen liep, maar het is goed gegaan. Verderop kwamen we op een onverharde weg en twijfelden we of we wel goed zaten, maar hoe dan ook, die brug gingen we niet nog een keer over! Net toen we dachten dat het echt niet goed ging, de weg werd slechter en smaller, kwamen we bij een douanepost! Welkom in Montenegro! En toen kregen we weer asfalt.
In Gusinje meteen onze voorraad euro's aangevuld en boodschappen gedaan. Net voorbij Bijelo Polje een camping gevonden. Een eco-camping. Een heel apart gebouw van boomstammen waar sanitair in te vinden was (van het soort: gelukkig hebben we de camper nog) en een rijtje hondenhokken wat tot onze verbazing hutjes bleken te zijn met een tweepersoons bed. Verder niets. Iets verder op het terrein nog een restaurant, speeltuin en een zwembadje, bedoeld als dagrecreatie. 's Avonds was het terrein verlaten en aardedonker. En koud. Toen we 's morgens wakker werden was het 10 graden binnen in de camper. En de verwarming deed het weer niet!
Toch nog even voor vertrek buiten koffie gedronken in het zonnetje. Daarna de reis vervolgd door de Tarakloof. Deze kloof is met zijn 1300 meter diepte, de op één na diepste kloof van de wereld. Wat een schitterende omgeving, echt geweldig. Op diverse uitkijkpunten gestopt voor foto's en natuurlijk een pauze bij de Tara-brug, genoemd in het boek "Het land achter Gods rug" door A. den Doolaard. Een prachtige brug, maar tegelijkertijd een toeristentrekker: wat een drukte. Busladingen vol en natuurlijk de bijbehorende souvenirwinkeltjes. Gauw verder gereden!


Overnacht op een camping bij Zabljak in het Nationaal Park Durmitor, een grote bergketen vol bossen, gletsjers, weiden en bergmeren. Dit gebied staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. In de winter is het een skigebied.
Met de fiets naar het centrum van Zabljak geweest. De camping ligt op een berg (1550 m) en we moesten dus een stukje bergafwaarts. Dat ging lekker. Terug? Ach, wat zal ik zeggen, bij de camper aangekomen smaakte de cola prima;). In het stadje wat rondgekeken en een terrasje bezocht. Echt een gezellig bergstadje. Verder heerlijk van de zon genoten. Op deze hoogte is het niet zo warm en dus goed uit te houden.


Voor we weer verder trokken eerst nog naar het Crno jezero, het zwarte meer, één van de zestien meren in dit gebied. Daarna verder richting Pluzine. Voor vertrek nog even geïnformeerd of de route die we wilden rijden geschikt was voor campers en hoewel het een smalle weg was met veel bochten was het prima te doen. En mooi! Geweldig, iedere paar meter wilde ik wel stoppen voor foto's. We hadden al 'een mooiste punt van Albanië', maar het is duidelijk een gedeelde eerste plaats!! Het Durmitor gebergte is indrukwekkend, met hoge toppen en bijzondere strepen in de rotsen. Wat gigantisch mooi! Adembenemend! Soms een tegenligger, wat af en toe een beetje manoeuvreren was om elkaar te passeren, maar gelukkig was het niet druk op de weg. Na een paar uur rijden, onder het uitroepen van: Oh, wat mooi, o, kijk nou eens, prachtig!, zagen we uiteindelijk het Pivsko jezero, een groot meer vlakbij de grens naar Bosnië. Alweer een indrukwekkend gezicht, vanaf de hoge bergweg neerkijken op het blauwe water. Via heel veel bochtjes en tunneltjes kwamen we 'beneden' waar we een plekje vonden bij een soort bungalowparkje, met uitzicht op het meer. Moe van al het slingeren maar wat hebben we weer genoten! (Het verhaal wordt zo misschien een beetje eentonig, maar echt, het is zo mooi!)

Volgens de eigenaar van het bungalowparkje zouden we kunnen zwemmen in het meer. Nou, dat was wat lastig. Er waren steigertjes en trapjes naar het water, maar aangezien het water 20 meter lager stond dan normaal was het bijna onmogelijk om in het water te komen. De walkant was er niet voor gemaakt om af te dalen en de trapjes en steigertje bleven ergens in de lucht hangen.
Het is op de Balkan echt vreselijk droog, overal laag water, overal dode bomen en geel gras, het is echt een probleem. Door de lage waterstand kan ook de elektriciteitsvoorziening gevaar lopen. Tegelijkertijd hoorden we op het journaal van de vreselijke wateroverlast in Amerika en Azië. Het is raar verdeeld!


Via Niksic naar het zuiden, naar de baai van Kotor. Het laatste stuk sterk afdalend naar de baai met een prachtig uitzicht. We vonden een plekje op een kleine camping op ongeveer 50 meter van het kiezelstrand, onder vijgenbomen. Leuk, dachten we eerst nog, vijgenbomen. Tot dat de vijgen in de camper gelopen worden, ze op de camper en op het zonnescherm vallen. Volgende keer liever een andere boom;)


En het bleef maar warm! Dan is er toch niets leuker dan varen? Even gevraagd bij de campingeigenaar en die wist wel iemand..... Voor het einde van de zin had hij iemand aan de telefoon en die kon meteen komen met zijn motorboot. We hadden net Nederlandse buren gekregen en we hebben meteen maar gevraagd of ze ook zin hadden. En dat hadden ze. En zo maakten we een heerlijke boottocht naar één van de twee kleine eilandjes vóór de kust van Perast. Daar konden we een kerkje annex museum bekijken en in Perast zelf hebben we even rond gewandeld. Toen weer terug met het bootje, heerlijk dat windje, en gezellig, zo met elkaar!
Natuurlijk ook naar Kotor. Met de bus want met de camper werd afgeraden. En dat was terecht. Wat een drukte. Kotor is echt een toeristisch stadje, er lagen zelfs twee cruiseschepen in de baai, die hun passagiers bij het stadje dropten. De oude stad is gelukkig verkeersvrij, en heel gezellig om rond te lopen. Een flink aantal kerkjes, nog veel meer terrasjes en megaveel souvenirwinkels. Er was ook een oude stadsmuur die omhoog liep naar een kasteel. Leo is er enthousiast aan begonnen, maar vanwege de warmte toch eerder terug gekeerd. Zelf liep ik al een paar dagen met rugklachten, en dan nog die temperatuur, dus ik koos meteen al voor het terrasje! Na veel geld uitgegeven te hebben aan een supermooi souvenir (daar gaan we reacties op krijgen als we weer thuis zijn, vooral familieleden uit Gouda;) Zo, die zijn nu even nieuwsgierig!) en natuurlijk een kat uit Kotor*, zijn we weer in de bus gestapt. Vanwege de enorme drukte in de stad wilde de buschauffeur zijn achterstand even inhalen. Wat kun je dan dankbaar zijn als je weer uit mag stappen!


* In Montenegro zijn, net als overal in deze landen, heel veel zwerfkatten. De katten van Kotor hebben in 1979 voorvoeld dat er een aardbeving zou komen. Ze zijn gevlucht naar de bergen en mensen die dat zagen zijn de katten gevolgd, waardoor er veel minder slachtoffers zijn gevallen dan anders het geval zou zijn geweest. Nu kun je hier overal souvenirs kopen met de katten van Kotor. Echt gebeurd? Tja.... wie zal het zeggen, maar een leuk verhaal is het wel!


En zo werd het tijd om afscheid te nemen van Montenegro. Een prachtig land, aardige mensen, en veel minder vuil dan Albanië, vooral in het binnenland. Op het strand lagen helaas weer duizenden sigarettenpeuken, want roken dat ze hier doen!

 

Bosnië


Even een klein uitstapje naar Bosnië voor we naar Kroatië gaan, dus dat heb ik hier maar bij gezet.


Via binnenwegen richting Mostar. Net als Albanië zijn we hier tien jaar geleden ook geweest maar sommige dingen wil je nog wel eens zien, zo ook Mostar. Toen een bekend t.v.beeld: de beroemde gebombardeerde brug, bij ons eerste bezoek al opgeknapt, maar overal nog veel schade aan gebouwen. Ongeveer 10 km voor Mostar vonden we een eenvoudige maar goede camping aan een riviertje. De campingeigenaar heeft ons, samen met nog een Nederlands echtpaar, met de auto naar het stadje gereden en ons ook weer opgehaald, heel comfortabel.


Eerst even over het beroemde bruggetje en langs heel veel souvenirswinkeltjes. Wij waren lekker op tijd en dat was maar goed, want hoe later het werd hoe drukker. De moskee bekeken en Leo heeft de minaret beklommen. Ik ben maar beneden gebleven, kon ik een foto maken;). Ook nog even naar het kleine museum geweest waar oorlogsfoto's te zien waren. Daar hing o.a. ook een foto van de moskee, die toen zwaar beschadigd was. Er is intussen veel werk verzet want alles was heel mooi opgeknapt. Verder vooral sfeer geproefd en gezellig met z'n vieren geluncht. Op de terugweg naar de camping nog even naar Blagaj geweest waar een Derwish-huis is. In tegenstelling tot de moskee in Mostar waar we zo naar binnen mochten. moesten we hier de schoenen uit en doeken om benen en hoofden(dames). Ook de campingeigenaar begreep niet dat dat nodig was want het was dus geen moskee. Maar we hebben ons netjes aangepast.


Terug bij de camper gauw onder de douche: nog steeds heel warm, vandaag 34 graden.

 

Voor we de grens overgegaan zijn naar Kroatië eerst nog langs Kravica waar we de prachtige waterval bewonderd hebben. Of eigenlijk minstens tien watervallen. Wel weer een echte toeristentrekker: bussen-vol, dus ook beneden bij de waterval heel druk.
Kort daarna de grens over naar Kroatië.