Week 11
Heerlijk een paar dagen vakantie gehouden. Zwemmen in de zee, met een boek op het strand, met een glaasje voor de camper, helemaal goed. En een heel aardige poetsmevrouw die, omdat ze gemerkt had dat ik flink hoestte, 's morgens steeds verse kruiden en een citroen kwam brengen om thee van te maken, goed tegen het hoesten. Ze bleef dan gezellig kletsen, in het Turks, in de hoop dat er een paar woorden bij waren die we konden verstaan. We hebben haar ook maar een sleutelhanger met klompje gegeven!
Maar toen werd het weer tijd om verder te gaan met de reis.
Nog één dag verder zuidelijk, via Söke naar Didim, langs een mooie route. We kwamen langs uitgestrekte katoenvelden. De katoen was klaar om te oogsten en er reden volop vrachtwagens heen en weer, afgeladen met katoen. We hadden dat al eerder gezien maar toen werd de katoen in zakken geladen, hier ging het los in de aanhanger. Wel met een zeil er over, maar er waaide genoeg van de wagen af zodat er langs de weg volop katoen lag, net sneeuw.
Onderweg gepauzeerd aan een strand, maar er stond zo'n harde wind dat we achter de camper moesten zitten.
Didim was voor ons de zuidelijkste plaats, hierna gingen we weer noordelijk naar het Bafa-meer. Daar vonden we een plekje bij een restaurant aan het water, maar alweer moesten we achter de camper gaan zitten vanwege de wind. Jammer, want aan de andere kant was het uitzicht over het meer prachtig. We hadden het daar gezellig met kippen, hanen, ganzen, eenden en een hond! Het leek wel een boerderij. En 's avonds miljoenen muggen. Er kwamen er natuurlijk ook mee naar binnen. Dus: deuren en ramen dicht en op jacht vóór het slapen gaan.
Die hanen hadden het geluk dat we de volgende morgen weer verder gingen, want anders waren ze gegarandeerd in de pan gegaan, herrieschoppers!
We reden verder,een toeristische route, via Milas en Muğla reden we naar Denizli. We kwamen hoog boven de stad aan en dachten dat het buiig was, maar het was niet bewolkt, het was smog. Daar wordt je niet blij van. Denizli is een grote stad, zo groot, dat we het centrum niet konden vinden, dus maar verder gereden naar Pamukkale. Bij een hotel vonden we een 'camping', wat eigenlijk een parkeerplaatsje van het hotelletje was, maar er was wel sanitair, dus de naam camping vonden we toegestaan;)
Vanaf het plekje liepen we zo naar de spectaculaire witte terrassen die ontstaan zijn doordat uit het water van de warmwaterbronnen kooldioxide opstijgt en calciumcarbonaat neerslaat. Deze lagen witte kalksteen zijn trapsgewijs opgebouwd en zijn deels toegankelijk, maar wel op blote voeten.
Vanaf de weg is het al een prachtgezicht, alsof je naar een sneeuwlandschap kijkt. 's Middags zag het er al zwart van de toeristen en we besloten om de volgende dag al vroeg naar boven te gaan, voor de bussen met toeristen arriveren.
En zodoende waren we 's morgens om 9 uur al bij de entree en iets verderop moesten de schoenen uit. Het liep niet makkelijk op de rotsen waar veel gruis, steentjes en ribbels te vinden waren. Vaak liepen we door water dat uit de bronnen kwam en dat was soms warm en soms koud. Zo gingen we in alle rust omhoog wandelend door een heel bijzonder stuk natuur, ongelofelijk mooi. Het leek of we een sneeuwberg beklommen, maar dan op blote voeten, heerlijk in de volle zon. Dit is de manier waarop ik wel op wintersport wil: op blote voeten, in mijn shirtje en bovenop geen skihut, maar bloeiende oleanders en palmbomen!
Boven aangekomen hebben we eerst heerlijk bij de rotsen rondgelopen, daar mochten we onze schoenen weer aan, en daarna verder gegaan, want aan de achterkant van dit moois was nog meer moois: Hiërapolis. Van deze stad uit de oudheid was nog veel over en we hebben daar in alle rust rondgelopen. De meeste toeristen hielden het bij de witte terassen, dus waren er niet veel mensen. We liepen over de toegangsweg, een brede zuilenstraat, door de stadspoort, en zagen de latrines, de agora (marktplein), en klommen omhoog naar het geweldige theater. Wat was dat mooi bewaard gebleven en gerestaureerd! En doordat het heel hoog lag hadden we een geweldig uitzicht over alles.
Leo liep nog even verder naar een tombe waar Filippus begraven zou zijn. Dat was nog een heel stuk verder en ik vond dat we al genoeg gelopen hadden, dus heb ik wat langer van het theater genoten. Na nog even op een terrasje gezeten te hebben konden de schoenen weer uit en liepen we het hele eind weer naar beneden. Toen was het alweer veel drukker en de bussen reden weer af en aan.
Volgens het weerbericht is het mooie weer voorbij en dat lijkt ons een goed moment om te vertrekken, richting terug naar huis. Inderdaad is het de volgende morgen zwaar bewolkt, dus een prima dag om te rijden. Via Alaşehir (bij de opgravingen van Phiadelphia), Salihli (bij de opgravingen van Sardis) weer langs Pergamon en langs Akhisar het vroegere Thyatira. Daar besloten we, vanwege de dreigende lucht, om verder te rijden richting boot over de Dardanellen. En ja hoor, het begon al snel heel hard te waaien en te gieten, enorm! Juist toen we over een bergweg reden, slecht zicht en vrachtwagens waar we niet langs konden. Bij Troje waren we het zat en hebben daar de camperplaats opgezocht, heel klein, maar netjes. Vanwege het slechte weer zijn we niet eens de camper uit geweest. Tegen bedtijd begon het ook nog te onweren, het was me het dagje wel!
De volgende dag hadden we een lange rit op de planning staan, dus om 8 uur reden we al weg, droog, maar zwaar bewolkt. Bij Lapseki lag de veerboot al klaar, dus dat zat goed mee. De wind was gaan liggen dus de overtocht verliep gladjes. Via Keşan naar de grens met Griekenland en ook daar konden we zo doorrijden. Even door de bak met een desinfecterend middel! Stel je voor, Turkse bacteriën in Griekenland, dat wil je niet;)
Ja,en dan is het kilometers maken over een prima tolweg naar Thessaloniki en zo kwamen we om 15.30 uur bij een caravandealer ten zuiden van de stad, alweer in de stromende regen, die ook een camperplaats had. Gelukkig had hij tijd om onze koelkastproblemen op te lossen, die werkte al weken niet meer. (Omdat we bang waren dat ons koelkastje te klein was i.v.m. voorraad voor Oost-Turkije, hadden we voor alle zekerheid een elektrische koelbox meegenomen en die is goed van pas gekomen want de koelkast liet het al gauw afweten.)
En zo zaten we 's avonds met een gerepareerde koelkast en de verwarming aan te genieten van de regen op het camperdak! En koud dat het was!!! Tegen de tijd dat we naar bed gingen regende het niet meer: het hoosde. En dat heeft bijna de hele nacht geduurd. Dus dat werd een onrustige nacht: regen, onweer,, vliegtuigen (we stonden naast het vliegveld), verkeer en honden, hoera!
Toen we de volgende dag verder gingen moesten we een paar keer door enorme plassen en het regende nog steeds, maar niet meer zo hard. Vanaf Thessaloniki namen we de A2, een mooie snelweg met veel tunnels, dwars over het vasteland van Griekenland. Al gauw stopte de regen, toen kwam er mist. En bij Ioánina waren de bergen prachtig wit: het had er gesneeuwd! Er lag zelfs sneeuw op een hoogte van 1100 meter. Geweldig gezicht! En bij Igoumenitsa was de lucht blauw en scheen de zon. Wat een verschil op één dag!
Een paar kilometer ten zuiden van Igoumenitsa vonden we camping Elena Beach, één van de weinige campings die nog open was. En een mooie camping, pal aan zee met schoon sanitair. Wij helemaal blij.
Maak jouw eigen website met JouwWeb