Mijn naam is Slimme Sjakie, de blou-aap, en samen met Linke Loetje en alle andere vriendjes woon ik bij een lodge in Malawi. In die lodge zijn veel vakantiehuisjes en ook een camping. Daar komen vaak mensen en die gaan daar dan slapen en eten, en omdat het bij ons altijd mooi weer is eten de mensen altijd buiten. Dat vinden mijn vriendjes en ik heel leuk, want dan proberen we altijd om eten te bietsen. Zoals vandaag.

Op de camping stond een camper en een mensenman en een mensenvrouw waren alles buiten op een tafeltje aan het zetten: bordjes, messen, potjes en ook een plastic doos met daarin brood! Al gauw zaten mijn vriendjes en ik in de bomen rondom de camper. Maar de mensenvrouw en de mensenman bleven bij het tafeltje zitten. Sommige vriendjes probeerden dichterbij te komen , maar dan werden ze weggejaagd. Dat moest anders! Voorzichtig liep ik naar de andere kant van de camper en kroop ik er stilletjes onderdoor tot bij het tafeltje. Ik was er bijna maar toen zagen ze me en begonnen te roepen en in de handen te klappen. Daar schrok ik van dus kroop ik maar gauw weer terug.

Toen vond Linke Loetje dat het zijn beurt was om het te proberen. Niks stiekem of voorzichtig, brutaal liep hij naar het tafeltje en pakte de brooddoos! De mensenman pakte ook meteen de doos en allebei begonnen ze te trekken. De mensenvrouw begon te roepen om Linke Loetje weg te jagen, maar die keek heel brutaal terug en trok nog harder. Toen pakte de mensenvrouw een stoel en kwam op Linke Loetje af. Oei! Dat vond hij toch wel gevaarlijk en snel liet hij de doos los en ging er vandoor. Alle vriendjes hadden vol spanning toegekeken. Jammer, het was niet gelukt.

De mensen gingen gauw alles in de camper zetten. Gelukkig legden ze nog wel wat brood onder een boom neer en ik ging er meteen op af. Het liefst wilde ik al het brood lekker zelf pakken, maar toen ik mijn armen vol had kwamen de anderen er op af en kon ik niet de bomen in vluchten. Toen heb ik alles weer laten vallen, deed één stuk brood in mijn mond en in iedere hand nog een stuk en ik ging er gauw vandoor met de buit. Ook de anderen pakten wat ze pakken konden.

Maar toen kwam Grote Gijs de bobbejaan. Die was te laat voor het brood en baalde stevig. Boos liep hij toen naar een vuilnisbak om te kijken of daar nog eten te vinden was. Maar de bak zat dicht met een ketting.  Woedend schopte Grote Gijs de vuilnisbak om en begon er op te slaan, maar het hielp niets. Mijn vriendjes en ik zijn wel een beetje bang van Grote Gijs en gauw klommen we in de bomen. Ook de mensenman en de mensenvrouw gingen gauw naar binnen.