Week 5
Op tijd vertrokken richting Eceabat, op het schiereiland Gallipoli. Volgens het programma 265 km, maar wij volgden de kustweg, die smal, vol bochten, soms heel stijl en regelmatig van slechte kwaliteit was. Maar met een prachtig uitzicht. Toen we in Sarköy richting strand wilden om te lunchen kwamen we in een smalle winkelstraat terecht. De meeste winkels hadden hun luifels uit staan, we konden er maar net tussen- en onderdoor. Waarschijnlijk toch een bord over het hoofd gezien, want het leek voetgangersgebied. Opeens werd er op de camper geklopt en een Turkse meneer vroeg of we soms Nederlanders waren. Zo ja, dan spraken we vast wel Engels en zo kon hij ons uitleggen hoe we weer op het juiste pad konden komen. Hij liep zelfs een eindje met de camper mee om het ons te wijzen. Heel vriendelijk! Dat merken we hier steeds: mensen vinden het leuk om een praatje te beginnen of vragen of ze ons kunnen helpen.
Rond half vier kwamen we op het zuidelijk deel van het schiereiland waar in de eerste wereldoorlog vreselijk gevochten is en waarbij meer dan een half miljoen mensen omkwamen. Er is een eenrichtingsverkeerroute langs heel veel monumenten en begraafplaatsen uitgezet. Vaak prachtig onderhouden en heel indrukwekkend. Er zijn begraafplaatsen voor de Turken, maar ook voor o.a. Australiërs, Nieuw-Zeelanders, Fransen en Engelsen. Er stonden ook prachtige beelden o.a. één van Ataturk, die na de oorlog president van Turkije werd en de grondlegger was van het moderne Turkije.
Er viel veel te bekijken en daardoor arriveerden we pas laat in de middag op de camping. Daar bleek dat de koelkast het niet meer deed en de rest van de avond waren we daar zoet mee: diverse mannen uit de groep kwamen hun technisch knobbeltje uitproberen en na uren gingen de controlelampjes weer vanzelf aan, alle inspanningen waren dus voor niets geweest, en de avond was om.
's Morgens meteen naar de veerboot die ons over de Dardanellen bracht. Europa uit, Azië in. Via een zeer hobbelige smalle weg met alweer veel bochten en prachtige vergezichten reden we naar een camping bij Balikesir. Maar 220 km waar we 7 uur over gedaan hebben, inclusief een koffie- en lunchpauze. Aangekomen bij het park waar we zouden overnachten kregen we daar geen toegang. De reisleiders stonden ons al op te wachten om ons de parkeerplaats te wijzen waar we wel konden staan, pal aan een drukke verkeersweg. Die parkeerplaats hoorde bij een restaurant en van de eigenaar kregen we toestemming voor de overnachting. Als tegenprestatie hebben we met de hele groep daar gegeten, heerlijk buiten op het terras, terwijl iets lager in de vijver tientallen schildpadden rondzwommen.
Ondanks het drukke verkeer hebben we toch goed geslapen en de volgende ochtend reden we verder het binnenland in, naar Kutahya, gelegen in het oude koninkrijk Phrygië. Deze plaats is o.a. bekend door de mooie gekleurde tegels die er gemaakt worden en ander keramiek in kobaltblauwe kleur op witte achtergrond. De weg er naar toe was al weer deels goed en deels slecht. Al vroeg in de middag arriveerden we op het beursplein waar alle campers een plekje kregen. Er tegenover was een heel mooi winkelcentrum waar we even rondgekeken hebben en langs het beursplein zagen we diverse winkeltjes met het bekende keramiek.
Onderweg was het al bewolkt en toen we op ons plekje stonden begon het te plenzen en te onweren. Al snel stonden er enorme plassen op het terrein. Het koelde ook flink af, dus dat werd binnen zitten. Mijn haakwerk vordert goed zo! En 's avonds was er ook nog een bruiloft in het gebouw waar we voor geparkeerd stonden met harde Turkse muziek. Fijn hoor!
Gelukkig hield de muziek wel om 11 uur op, zodat we toch nog heerlijk konden slapen, want om 8.30 uur stond er weer een bus voor ons klaar. Een tocht van ruim 1.5 uur naar de Phrygische vallei. Onderweg kwamen we door een prachtig landschap, met grote rotsen, en door kleine dorpjes die wel uitgestorven leken. De straatjes waren soms zo smal dat de bus er maar net door kon.
Het grootste monument waar we naartoe wandelden was de zgn. Midas Sehri uit 585 v. Chr. Verder zagen we veel grotten, uitgehakt in de rotsen van tufsteen, vier cisternen die heel diep in de rotsen lagen en prachtige vergezichten over de vallei. De wandeling van ongeveer 2 uur was behoorlijk inspannend maar fantastisch mooi. Daarna een traditionele lunch, met echt Turks brood, rauwkost en fetakaas, en echte Turkse boeren-karnemelk. Het leuke was ook dat we de enige bezoekers waren, absoluut niet toeristisch dus. En dat merk je aan de mensen: ze vonden het heel leuk om ons te ontvangen, deden hun uiterste best om het iedereen naar de zin te maken en we mochten van alles foto's maken.
Ook op de weg terug kwamen we langs enorme rotsen waar veel geiten rondliepen, sommige heel fotogeniek.
Spontaan werd er geopperd om nog naar een porseleinmuseum te gaan. Degenen die geen zin hadden werden bij de campers afgezet, de rest werd naar een heel klein museum gebracht waar we uitleg kregen over het traditionele beschilderen van porselein. Proferssor Mehmet Gürsoy heeft deze heel oude techniek weer in ere hersteld en is een beroemdheid op dit gebied, zelfs in het Tropenmuseum in Amsterdam staan stukken van hem tentoongesteld. Hij heeft diverse top-prijzen gewonnen. Hij vertelde dit alles, stralend van trots, en dat was ook terecht, want wat stond er veel moois, geweldig. We zagen ook een paar dames bezig met het beschilderen van borden, heel gedetailleerd en met kleuren die door de kunstenaar zelf gemaakt zijn. De prachtige schalen, borden en tegels, gesigneerd door de kunstenaar, waren ook te koop, maar ja €€€€!!! Gelukkig waren er ook wat kleine dingetjes speciaal voor 'gewone' mensen en die vonden gretig aftrek. Voldaan maar bekaf kwamen we rond 6 uur weer bij de campers.
Tegenover het plein waar er staan is een groot winkelcentrum en daar zijn we maar even een hapje wezen eten. Voor 4 euro p.p. ga je tenslotte niet moeilijk doen na zoveel inspanningen! Toen we daarna weer bij de camper kwamen bleek er weer een bruiloft te zijn: turkse takke-herrie!
Van Kutahya reden we naar Konya. Onderweg even gestopt om koffie te zetten. Toen we daar net waren stopte er een truck met een oplegger met drie assen en tot onze verbazing kwamen er meer dan 20 personen uit de (enkele) cabine en tussen de lading vandaan. Oma, baby's, van alles kwam er wat te voorschijn. Die moeten opgestapeld gezeten hebben! Het kwam een beetje over alsof e.e.a. niet legaal was, maar misschien komt dat omdat we het niet gewend zijn. Wij met onze regeltjes over autogordels en zo;)
We arriveerden als eersten van de groep op de camperplaats in Konya, een mooi verzorgd terrein, alleen waren ze een beetje vergeten om het sanitair schoon te maken. Gelukkig hebben we dan de camper nog. Wasje gedaan, camper een beetje opgeruimd en met z'n allen een glaasje gedronken want er was er één jarig.
De volgende morgen hadden we een vrije dag, d.w.z. we hoefden niet met de camper te rijden, want om 9 uur stond er weer een bus met gids klaar die ons naar het Mevlana museum bracht. Het was een prachtig museum waar we veel leerden over de derwisjen. Een derwish is een islamitische geestelijke die de belofte van armoede heeft afgelegd. Zij nemen een aparte plaats in binnen de soefi's, een van de broederschappen binnen de islam. Binnen de algemene groep derwishen ontstond de sekte der Mevlevi, de dansende derwishen. Ook zagen we de graven van Rumi (Mevlana), de stichter, en van zijn volgelingen. De gids vertelde over de opleiding die de derwishen krijgen (3 jaar) en die is alleen voor ongehuwde mannen. Behalve de graven waren er ook prachtige oude boeken, de koran en gedichten, die nog bewaard zijn gebleven. Helaas mochten we in die ruimte geen foto's maken.
Na het museum liepen we door de stad langs nog een paar moskeen, langs de bazaar en tenslotte bezochten we nog een moskee. Alweer schoenen uit en hoofd bedekken, lekker warm.
Toen werd het hoog tijd voor de lunch en die was bijzonder. We kregen meters Turkse pizza: op planken van een meter werden drie verschillende (smalle) pizza's geserveerd: één met kaas, één met kaas en vlees en één met vlees: heel dun, al vast in stukken gesneden zodat we met de vingers konden eten, en heel lekker.
Aansluitend nog een rondrit door de stad, dat had van mij wel korter gemogen, want we waren goed gaar. De rest van de middag geluierd en energie opgedaan, want om 20.00 uur stond de bus weer klaar om ons naar een ceremonie van de dansende derwishen te brengen. Mooi om te zien met die ronddraaiende mannen waarbij de rok van hun tuniek wijd rondwervelt. De voorstelling was niet echt spetterend, maar we vinden het wel leuk dat we het gezien hebben.
Toen we terug waren bij de camper ging het lichtje écht uit! En toen kwam de vijfde achtereenvolgende nacht aan een heel drukke weg:(Verlangend kijken we uit naar een rustige camping!
Maak jouw eigen website met JouwWeb