En dan zijn we in Estland. Bij één van de eerste parkeerplaatsen gestopt voor een lunchpauze en nog even gezwaaid naar passerende groepsgenoten. Samen verder en: over een weg zonder putten en hobbels, zelfs daar kun je van genieten;)
Bij Liimala aan de noordkust van Estland vonden we een mooie camping en een plekje met zeezicht. Nu de reis geëindigd is gaan we vakantie houden. Eerst een dagje heerlijk gerelaxt: strandwandelen, lezen, de wasmachine goed gebruikt, genoten van de zon. Van de camping konden we via een trap zo het strand op. Een smal strand met veel takken en stenen maar heerlijk om te wandelen. De camping zelf verdiende een tien: mooi aangelegd en mooi en schoon sanitair!
De tweede dag wilde Leo naar het Estonia Mining Museum in Kohtla Nomme, zo'n 25 kilometer fietsen. Ik had de beschrijving gelezen, grauw en grijs uit de Sovjettijd, en werd er niet enthousiast van dus bleef ik lekker met mijn haakwerk bij de camper. Bij terugkomst vertelde hij over een museum waar ik niet veel aan gemist heb en een wandeling door de mijn op tien meter diepte. Er werd daar schalie-olie gewonnen en het was duidelijk dat het erg milieuvervuilend was: bergen afval. Gelukkig vond Leo het toch de fietstocht waard hoewel het terug een klus was: flinke tegenwind.
Tja en dan moet er toch weer eens wat gedaan worden dus vertrokken we naar Lahemaa National Park. Een prachtige route er naar toe met een zonovergoten glooiend landschap, knalgeel van de paardenbloemen en veel opslag van boomstammen. Eenmaal langs de kust bij Kasmu een plekje gezocht om te lunchen en even langs het strand te wandelen.
Hoe verder we kwamen des te meer zwerfkeien we zagen, achtergelaten door gletsjers in de ijstijd. Eén van de grootste hebben we bezocht, Jaani-Tooma kivi, heeft een hoogte van 7,5 meter en een omtrek van 35 meter. Gelukkig ligt hij midden in een bos, want je achtertuintje is wel snel vol met zo'n steentje! Verder overal langs de weg, de tuinen, het bos en in de zee lagen kleine en grote keien, heel apart.
In het voorbijrijden dacht ik even een dier te zien, dus camper in z'n achteruit en ja hoor, een hertje! Maar hij stond wel heel stil, er bewoog niets, ook niet toen we toeterden. Gefopt, al weer een kei. Tot we de foto's bekeken: dus echt wel, een hertje!
Uiteindelijk een plekje gevonden aan het einde van de weg en het noordelijkste punt bij Parispea, volgens onze navigatie stond de camper een stukje in zee. Dom ding;)!
Bij Kolga, op de route richting Tallinn, hebben een prachtige wandeling gemaakt door een moerasgebied. Een groot deel van de wandeling was over een plankier, soms zo smal dat het een beetje griezelig was met het water er onder en er naast, vooral als we anderen moesten passeren. Wat een mooi gebied! Vanaf een uitkijktoren konden we een heel groot stuk overzien: veel plassen, veel mossen en bijzondere plantjes. De tweede helft ging via het bos terug naar de parkeerplaats en dat ging niet helemaal vanzelf. Een deel van het pad was een flinke modderpoel en toen moesten we een klein ommetje maken, door het moeras dus. Eng lopen als het mos onder je voeten beweegt en klotst! Schoenen nat maar verder ging het gelukkig goed. Maar ja, dat weet je pas achteraf;)
Bij Jagala op het parkeerterrein overnacht, vlakbij een mooie waterval. We keken er van bovenaf op en net voor het water naar beneden stortte was het zo ondiep dat iedereen te voet door het water naar de overkant liep en weer terug. Een uitstapje voor de hele regio want het was er heel druk en iedereen had ook nog een BBQ bij zich. Maar zo rond half tien was iedereen vertrokken en bleven we met drie campers achter, heerlijk rustig. Even leuk contact met Spanjaarden die negen maanden aan het rondreizen waren.
Verder naar de hoofdstad van Estland: Tallinn. Bij de haven, waar de boten naar Finland vertrekken, konden we met de camper overnachtten. Een mooi plekje, want we liepen zo de oude stad in. En wat een sfeervol stadje! Druk, dat wel, maar heel gezellig. Vele volle terrassen, leuke winkeltjes, en ook nog een breimarkt waar gebreide spullen zoals truien, omslagdoeken, mutsen, wanten enz. verkocht werden. Het breiwerk lijkt op wat je in Scandinavië ziet: veel ingebreide motieven. Leuk om rond te kijken en nog een zonnehoedje gescoord, het was nog steeds heerlijk warm, dus met mijn oorwarmers redde ik het niet meer;) Toch ook nog even twee kerken bekeken, maar de buitenkant was weer eens mooier dan de binnenkant.
Zowaar een kapsalon gevonden waar ik maar even naar binnen gegaan ben, echt even, want de kapster was razend snel. Maar ik ben weer netjes, en mijn haar is weer gewassen (daar werd trouwens vijf Euro extra voor gerekend, grrrr)! Dat lukt dus niet bij het wasbakje in de camper. Maar weer eens een camping opzoeken. Toen we weer bij de camper waren ontdekten we dat we de douche van de jachthaven mochten gebruiken. Super! Ook konden we de watertank van de camper bijvullen.
Vanuit Tallinn meteen weer langs de kust verder, naar Pakri Pank, waar we vanaf een uitzichtpunt een prachtig gezicht hadden op krijtrotsen. Even een leuk gesprekje met een vrouw uit Dubai, die al backpackend Europa even deed in zes weken! Wij hebben die tijd al nodig om dit stukje van Europa te zien, en dat is in verhouding echt maar een klein stukje:).
Bij Haapsalu zag ik een breiwinkel/expositie waar ik natuurlijk even naar binnen moest. Estland staat bekend om het breiwerk, heel kunstig, met prachtige ajourmotieven. De breinaalden hebben veel weg van satéstokjes. Echt kunstwerken worden er gemaakt. Ik viel met mijn neus in de boter: er kwam daar één keer per week een groep dames bij elkaar om te handwerken en één van de dames, die een boek uitgegeven heeft en ruim 1500! werkstukken gemaakt heeft, werd in het zonnetje gezet omdat ze die dag 90 jaar werd. Er werd gespeecht en ik zag geen kans om ongemerkt de deur uit te gaan dus heb maar enthousiast mee geapplaudisseerd. Gelukkig was er een mevrouw die het allemaal een beetje kon uitleggen in het Engels, anders had ik er weinig van begrepen. Ik heb mooie foto's mogen maken van de prachtige werkstukken die daar tentoongesteld waren onder voorwaarde dat ik ze niet op internet zou zetten. Vandaar: geen foto's! Geïnteresseerden mogen koffie komen drinken;)
Het stadje had een mooie promenade langs de kust, een heel mooi, maar versleten kuurzaal, en leuke terrasjes maar weinig bezoekers, het leek wel uitgestorven. Nu houden wij wel van rust, maar ik kan me voorstellen dat de middenstand daar anders over denkt.
Net buiten het centrum een parkeerplaats aan zee gevonden waar we hebben overnacht. Zitten we lekker voor de camper komt er nog een camper aan: Nederlanders. Hebben dezelfde reis gemaakt als wij, met dezelfde organisatie, maar vier dagen later. (Deze keer waren er twee groepen). Leuk, konden we even ervaringen uitwisselen.
Vanuit Haapsalu zijn we met de boot overgevaren naar het eiland Hiiumaa en hebben op een nieuwe camperplaats aan een jachthaven in Kardla gestaan. Mooi, rustig, stroom, prima sanitair, zelfs een sauna, dus meteen op de camper-app geplaatst. Hebben andere camperaars er wellicht ook wat aan.
Op de fiets het rustige stadje verkend (bij de toeristeninformatie werd verontwaardigd gereageerd toen we het een dorp noemden, ongeveer 1000 inwoners). Het blijkt te zijn gebouwd in het gat wat ooit, zo'n 450 miljoen jaar geleden, werd geslagen door een meteoriet, waardoor ook het grondwater hoog kwam en er in vele tuinen een wel is te vinden. Schijnt gezond water te zijn!
De volgende morgen zouden we een fietstocht gaan maken naar de vuurtoren op het noordpuntje van het eiland, maar het was 's nachts flink gaan waaien dus zijn we er maar met de camper naar toe gereden. Tot onze verbazing, want er stond niets over in ons boek, stond er een monument en het infobord leerde ons dat het opgericht is ter herinnering aan de scheepsramp met de Estonia, in 1994, waarbij slechts 137 mensen de ramp overleefden. Voor 852 mensen werd het schip hun graf. Het monument bestaat uit een eenvoudige constructie waaraan een bel hangt. Op de bel zijn vier kinderhoofdjes afgebeeld en bij harde wind gaat de bel vanzelf luiden. Het monument is voor: de kinderen die bij de ramp omgekomen zijn, de kinderen die door de ramp geen ouders meer hebben en de kinderen die dankzij de ramp nooit geboren werden. Een eenvoudig maar indrukwekkend monument op de plaats in de Baltische Staten dat zich het dichts bij de plek van de ramp bevindt. Bijzonder om daar te zijn, en de vuurtoren? Ach, gewoon een vuurtoren;)
Het eiland overgestoken naar Söru waar we de boot zouden nemen naar het volgende eiland Saaremaa. We waren lekker op tijd bij de haven maar toen bleek dat de boot in plaats van half vier pas om half zes vertrok. Camper zodanig neergezet dat we uit de wind stonden, hemdje aan, hoedje op en voorzien van koffie en zonnebrand heerlijk een paar uur in de zon zitten lezen. Wat een gemak toch om je huis bij je te hebben!
Bij aankomst op Saaremaa meteen even naar Panga Pank waar hoge krijtrotsen zouden zijn. Die waren er, maar doordat we er bovenop liepen was er niet veel van te zien. Vlakbij vonden we wel een prachtig plekje aan zee waar we overnacht hebben: schitterend uitzicht en 's nachts stil en donker voor zover mogelijk. De zon gaat hier laat onder en als we om elf uur naar bed gaan is het nog niet donker, terwijl het half vier weer licht is. Slaapt onrustig, we denken steeds dat het tijd is om op te staan!
Op weg naar het zuiden van het eiland kwamen we langs Angla, waar langs de weg vijf houten molens staan, vier voor Saaremaa karakteristieke standerdmolens en één Nederlandse molen. Een stukje verder was de Kaali krater, een plaats waar zo ongeveer 3000 jaar geleden een 80 ton zware meteoriet ingeslagen is en een diepe put achterliet die (deels) gevuld is met water. In het hoogseizoen lijkt het een toeristische plek te zijn, nu was het er, net als overal op de eilanden, heel stil. Ook op de wegen is het stil want er wonen zowel op Hiiumaa als op Saaremaa maar weinig mensen en waar we ook stoppen: stilte alom! Vinden wij heerlijk! Vooral ook met wild kamperen: overal kun je gaan staan, je staat niemand in de weg. Ook het parkeren in stadjes en op bezienswaardige plaatsen is een makkie!
In Kuressaare naar de Bisschopsburcht gewandeld. De burcht viel ons wat tegen: een wirwar van exposities waar geen verband in te vinden was, maar buiten was het zogenaamde Bloemenfestival. We dachten aan iets als het bloemencorso, maar het bleek een soort plantenmarkt/braderie te zijn. Wel heel gezellig. Teruglopend door het park zagen we overal knuffels: op een handdoekje in het gras, op een boomtak, op een bankje, echt grappig. De mensen zijn hier kennelijk goed van vertrouwen dat die werkstukjes zomaar overal neergelegd/gezet werden. Volgens een voorbijgangster had het met het bloemenfestival te maken, maar ze wist er het fijne niet van.
Bij een jachthaven in Toomalöuka een plekje gevonden om te overnachten, maar gruwelijk last van muggen gehad. We zaten al vroeg binnen, (jammer, het was echt warm) en constant te meppen. Voordeel, volgens Leo: laagvliegende zwaluwen. Ja, leuk, maar ze vliegen zowat het haar van je hoofd!
Op de app vonden we een camping op een landtong met aan twee kanten zee, voordeel: wind, en geen muggen. We waren snel overgehaald en vertrekken richting Koiguste. Onderweg even gestopt bij een Russische begraafplaats en een wandeling gemaakt door een oerbos. We vroegen ons af wat dat moest zijn en begrepen al gauw dat het een natuurlijk bos is met diverse bomen en niet aangelegd. Gewoon bos dus. Oer?
Bij de camping aangekomen vonden we inderdaad een geweldige plek met aan twee kanten zee. Aan één kant een paar eilandjes en op één er van een kolonie meeuwen. Volgens de campingeigenaar zo'n 1500. Ze noemen ze hier: angry birds. Nou, zo klinkt het ook! Volgens hem moet je er met een boot ook niet te dichtbij komen want dan vallen ze aan. De hele dag hoor je het geschreeuw van de vogels! Nu hoor ik liever vogels dan verkeer, dus ik klaag niet.
Ook de zondag hier gebleven en genoten van een rustige dag. De bedoeling was om de volgende dag weer verder te gaan maar de eigenaar (we waren intussen weer de enige gasten en hij vond het wel gezellig om af en toe een praatje te maken) vertelde dat de volgende dag begonnen zou worden met het opknappen van de camping en de aanlegsteiger. Deze laatste was finaal aan zijn eindje en lag grotendeels onder water. Nou, dat leek ons wel wat om te zien hoe dat ging gebeuren dus besloten we om nog een dagje te blijven.
's Morgens al om 8 uur kwamen er twee kranen, één om nieuwe pontons te plaatsen en een hele grote om de oude aanlegsteiger te verwijderen. Ook was er een sjovel om een pad van stenen te storten. Een professionele duiker kwam om te helpen bij het aanbrengen van kabels. Nou, spullen zat, maar het viel niet mee. De hele grote kraan, die 100ton kan tillen, ging aan het werk, maar de steiger was van beton en het deel wat moest drijven was vol water gelopen, en dan zat alles ook nog eens flink in de modder vast. De sjovel schoot te hulp, de andere kraan ging mee doen, allerlei kettingen werden aangesleept, kortom: 's middags om vier uur kwam het eerste stuk op de kant. Nog twee stukken te gaan. Het was een heel spektakel, steeds schoten er weer kettingen los wat met flinke knallen gepaard ging en dan stonden de kranen te schudden. Onze camper stond er vlakbij, maar af en toe liepen we toch maar even weg, je weet maar nooit. En veiligheidsmaatregelen? Nooit van gehoord! Er werd niets afgezet, geen helmen gedragen, je moet er niet aan denken dat er iets mis gaat. Maar gelukkig, 's avonds 9 uur lagen de drie delen van de oude steiger op de wal en zouden ze de volgende dag beginnen met de aanleg van de nieuwe steiger.
Inmiddels hadden wij gezelschap gekregen van een stel van de Rusland-groep. We vonden het alle vier leuk om nog even gezellig bij te kletsen, dus ook zij konden nog even mee te genieten van de activiteiten op de camping, want er moest nog e.e.a. voorbereid worden voor de werkzaamheden van de volgende dag, dus om 23.00 uur werd het pas stil. Nou ja, behalve de meeuwen dan!
Vóór vertrek van het eiland eerst nog rustig met z'n vieren koffie gedronken, gekletst met de eigenaar, water ingenomen, kortom: we vertrokken laat. Na het afscheid vertrokken we naar de boot om naar het vasteland te gaan, maar een kort stukje. Meteen door gereden naar Pärnu waar we rondgewandeld hebben. Even een kijkje genomen in de Sint Catharinakerk, volgens het boekje een 'overdadig gedecoreerde barokkerk', maar na alle kerken in Rusland viel dat reuze mee! Bij een centrum voor Art gekeken bij diverse uitingen van creativiteit: pottenbakken, weven, vilten, hout bewerken en nog meer, leuk om te zien. Sommige technieken zijn bekend maar er was ook echt Ests handwerk.
Verder waren we niet echt enthousiast over de stad en we wilden er ook niet naar de camping, dus doorgereden langs de kust tot we een stil plekje vonden aan een soort haventje aan zee. Er lag alleen een oud schip waar we niemand op zagen (even kijken of we iemand om toestemming moeten vragen om te overnachten) en twee motorbootjes arriveerden met mannen die waren wezen vissen. Verder alleen het plonsen van springende visjes, heel relaxt.
De volgende dag de grens over naar Letland (geen oponthoud,gewoon doorrijden, hoera voor de EU) en door naar Riga, waar we meteen doorreden naar de Centrale Markt, een marktterrein van 72.000 vierkante meter met een aantal grote hallen waar verse producten gekocht konden worden. Zo was er een vishal, een vleeshal, een melkhal (vooral kaas), en een groente en fruithal Prachtig, heel schoon en verzorgd en wat een keus. Het was natuurlijk echt Leo's dag, al dat vlees, vis en groente en fruit! Ook buiten heel veel kramen, je kon helemaal verloren lopen. Je hebt markten en markten, maar dit was dus echt een MARKT! Eén van de grootste van heel Europa!
Daarna de camping opgezocht, dicht bij het centrum, zodat we de volgende dag met de fiets de oude stad konden bekijken. Fietsen mag hier over het trottoir, anders zouden we er niet aan beginnen in die drukte. De brug over de rivier de Daugava over en de fietsen met flinke kettingen geparkeerd. Wat een gezellig stad, veel terrasjes en mooie gevels. We zijn in de Sint Jacobskathedraal, een katholieke kerk, waar juist een mis bezig was. In de Dom, een Lutherse kerk, was een magnifiek orgel en een prachtige preekstoel. Ook in een winkel geweest waar handgemaakte poppen werden verkocht, en de verkoopster was ijverig poppen aan het maken. Ze had werkelijk hele leuke poppen en natuurlijk ook maar één gekocht. Zelfs een wolwinkeltje bezocht waar je pakketjes kon kopen met materiaal voor echte Latvian sokken te breien. Helaas is breien niet mijn ding, maar het Letse breiwerk is mooi om te zien.
Ook grappig, op het Domplein stond een antieke brandweerauto en zelfs de bijrijder was heel oud: er zat een skelet op die plaats;). Samengevat: een heerlijke dag!
Terug op de camping was er een Anwb-groep gearriveerd, tijd om weer te vertrekken, al die Nederlanders:)
Eerst even door Jumala: een kuststad waar al van oudsher de rijken hun (buiten)huis lieten bouwen. Daar komen nu zoveel toeristen dat je toegang moet betalen om in de stad te komen. Net voor Jumala stonden er borden, het ging over tickets, geen idee wat er bedoeld werd.Toen een bord met een camera! Toch maar even gestopt en navraag gedaan. Blijkt dat je een kaartje moet kopen voor 2 euro en kenteken door moet geven en dan mag je de stad in. Goed dat we toch maar even gestopt zijn, de ticket die je thuis gestuurd krijgt zal best meer geld kosten.
Al die tickets lopen best goed op, want het was er heel druk. De weg loopt wel langs de kust, dat leek ons nou juist zo mooi, maar er stonden heel dure huizen tussen de weg en het strand met hekken en muren. Dus uiteindelijk al weer in een buitenwijk aangekomen toch een plekje gevonden voor de camper en even een strandwandelingetje gemaakt.
De kustweg gevolgd naar Engure waar een natuurpark is aan het Enguremeer. Was even goed zoeken maar na een hobbelpad van ruim 2 kilometer kwamen we bij de ingang van het park. Daar hebben we een mooie wandeling gemaakt door bos en moeras. We werden helemaal omgeven door libelles, blauwe en groene, wat zijn die toch mooi, vooral als het zonlicht op hun transparante vleugeltjes valt.
Bij een uitkijkpost zijn we de trap op gegaan waar we tot onze verrassing een paar zwaluwnesten zagen en één was druk aan het heen en weer vliegen. Kiek, op de foto!
In het park moeten vele orchideeën voorkomen, maar dan moet je er wel op de juiste tijd zijn. Leo heeft er één gespot!
De terugweg met gezwinde spoed afgelegd, want de muggen werden weer actief! Grrr!
Bij Mërsrags vonden we bij de vuurtoren een prachtige plek om te overnachten, wel op een parkeerplaats, maar aan het strand. We dachten daar een rustige nacht te hebben, want iedereen gaat natuurlijk 's avonds naar huis, maar er bleek een feestje te zijn: de laatste vertrok om half zeven 's morgens! En de eerste badgasten kwamen alweer vroeg, dus weinig rust op de parkeerplaats. Nog heerlijk gestrandwandeld, lekker door het water en over zandbankjes, en nog fijn met een boek voor de camper in de zon gezeten. Wat boffen we toch, hadden we niet durven denken toen we richting Rusland vertrokken. Wel een beetje weinig zomerkleding meegenomen, maar daar kunnen we wel mee leven.
Via Talsi door het binnenland naar het meer van Usmas gereden waar een prima camping was aan het meer. Er was juist een groep kinderen die daar zeilles kregen in kleine zeilbootjes, leuk om naar te kijken hoe ze bezig waren op het water. In het meer leven o.a. paling en forellen, die 's avonds in het restaurant erg goed smaakten!
Zondag een rustig dagje op de camping zodat we maandag weer met frisse moed verder gingen. De bedoeling was om meteen door te gaan naar Ventspils, maar Leo vond op internet een leuke plaats: Kuldiga, met de breedste waterval en zandgrotten, dus linksaf in plaats van rechtdoor. Eerst nog gestopt bij Ugale, waar een heel oud luthers kerkje staat met een heel bijzonder orgel uit 1701, het oudste van Letland. We hadden wel een beetje lol: alles is hier ste: oudste, breedste, mooiste, enz. Nou, dit orgel was echt heel bijzonder mooi, het front was helemaal houtsnijwerk. Het kerkje zelf was slecht onderhouden, eigenlijk verwacht je daar een bordje: helm verplicht. Maar het orgel was bijzonder, ook de muziek was prachtig, we hebben er een cd van gekocht. Leuk, die lagen op een tafel, met een potje erbij om geld in te doen. We hebben er ook maar een klompjes-sleutelhanger bij gedaan.
Naar Kuldiga gaat een 'gele' weg, dus dat zag er goed uit. Helaas was het een gravelweg met veel wasbord en zandbakken. Een paar keer werden we ingehaald door vrachtwagens en dan was het even geen zicht vanwege een enorme stofwolk. Zelfs de bomen aan de kant van de weg waren wit van het stof. Nou ja, de camper zag er al niet meer uit, dus..... We doen het er maar mee;)
Eindelijk bij de breedste waterval aangekomen. Inderdaad, breed, niet hoog, met een hele mooie boogbrug er vlakbij. Leuk om even te stoppen. Iets verderop waren de zandgrotten. Vooral een uitstapje voor kinderen en we liepen dus met gids en een klasje de grot in. Wie een lampje op de mobiel had kon dat gebruiken, de rest, ook wij, kregen een kaars. Meer romantisch dan praktisch! De grot was niet groot, wel donker, smal en soms heel laag. De gids deed het leuk en vertelde over een legende. De grot lag 11 meter onder de grond en op een moment vroeg de gids wie er koude handen had. Zo ja, dan was dat een teken dat je gezondigd had. Ben je net blij dat je warme handen had, zei ze: wie warme handen had, had nog meer gezondigd. Vervolgens moesten we door een smalle lage grot, donker en heel er gebukt, en steeds sorry zeggen dan werden je zonden vergeven. De gids ging niet mee, ze zei, met een brede smile: zoals iedereen weet doen gidsen nooit iets fout! Tot morgen! Ik neem een andere route. Toen Leo zei: en als we nu verdwalen? Het antwoord was: dan ligt dat niet aan mij! En daar gingen we, gebukt, met ons kaarsje. Aan het eind van de grot stond ze weer te wachten en ze zei dat de zonden nu weg waren en dat we nu verder konden gaan met weer nieuwe fouten maken. Lekker ding, maar ze deed het leuk. De kinderen probeerden af en toe ook een Engels woord en wilden weten waar we vandaan kwamen. Echt leuk.
Eindelijk verder naar Ventspils, waar we eerst een strandwandeling hebben gemaakt. De temperatuur was inmiddels gedaald en het was flink gaan waaien, dus vesten aan en zand in de ogen, maar mooi! Het hele strand stond vol met speel- en sporttoestellen, zag er fleurig uit.Op een parkeerplaats vlakbij het strand overnacht. Er stonden nog twee campers dus niet eenzaam.
Onrustige nacht gehad, het waaide heel hard en de camper schudde af en toe. Maar toch de volgende morgen de wandelschoenen aan en de stad in. Langs de haven gelopen waar ijverig een schip geladen werd. Op de kade kwamen we de eerste koe tegen: de Touring Cow. Deze Wordt bij allerlei evenementen wereldwijd tentoongesteld. Hij heeft intussen al heel wat landen bezocht. Ook verder kwamen we verschillende koeienkunstwerken tegen die onderdeel geweest zijn van de cowparade in 2002 en 2012. Ook zagen we heel veel dieren in bloemen uitgebeeld, heel creatief! In het oude centrum hebben we de centrale markt bezocht met op het marktplein een mooie klokkentoren, en ook het Raadhuisplein met de Evangelisch Lutherse kerk, na alle pracht en praal van de laatste tijd een toonbeeld van rust!
Een heel gezellig centrum en we hebben heerlijk rondgelopen. Jammer dat het zo koud en winderig was. Op de terugweg naar de camper ontdekten we, door gewoon naar binnen te gluren, een atelier/winkeltje van een oude vrouw en haar dochter, beiden gehandicapt. De oude vrouw maakte prachtige dingen van o.a. kraaltjes, vouwwerk van papier en heel mooie poppen, ongelofelijk knap. Ze sprak helaas alleen Russisch, maar met handen en voeten kom je toch nog ver en ze was heel blij dat we een pop van haar kochten.
Bij de camper aangekomen had ik de rest van de dag moeite om weer op temperatuur te komen en ook de volgende nacht was het koud door de harde wind.
De reis ging verder naar Klaipeda, wat weer in Litouwen ligt. Onderweg gestopt bij het strand van Pavilosta, een strand waar veel barnsteen gevonden wordt. En Leo had geluk, hij vond er één. Het was wel uitkijken, volgens een waarschuwingsbord, want er werd soms ook fosfor gevonden uit de tweede wereldoorlog. Men denkt dat het een steen is, maar het is uiterst brandbaar.
Liepaja hebben we even overgeslagen omdat we daar weer naar toe gaan als we de boot naar Duitsland nemen, dus door naar Klaipeda. Even rondgelopen in het oude centrum, maar we hadden het idee dat we niets zouden missen als we meteen weer verder gingen. Wel bij de Touristinformation folders gehaald voor een uitstapje naar de Koerse Schoorwal die ook nog op ons to-do-lijstje staat. Maar eerst naar Klein Litouwen, waar een natuurgebied is bij de Nemunasdelta aan de andere kant het binnenmeer de Koerse Haf.
Doorgereden richting Venté dus waar we eerst onderweg een parkeerplaats vonden om te overnachten. 's Morgens was het best fris en nog steeds een harde wind, dus warm aangekleed naar het ringstationn voor vogels. Eerst naar het vogelmuseum waar we, onder mooi vogelgetjilp (bandje), prachtige opgezette vogels konden zien die in de streek voorkomen en ook trekvogels. Buiten stonden grote en nog grotere vangnetten waar vogels in gevangen worden om ze vervolgens te ringen. Terug gewandeld naar de camper waar we de tocht voortzetten naar Siluté, een klein plaatsje in de omgeving, waar we even inkopen gedaan hebben. Intussen was de zon doorgekomen en de temperatuur goed gestegen, dus korte broeken weer aan en na een mooie rit door het Regionale Park een plekje aan de rivier de Minija gezocht met uitzicht op Kaliningrad,Russisch grondgebied, en hup, in de zon! Pas tegen de avond reden we weer terug naar Klaipeda waar we bij de Arena hebben overnacht.
Zodoende waren we lekker vroeg bij de boot die ons naar de Koerse Schoorwal bracht, was in 10 minuten geregeld. De Schoorwal is eigenlijk één weg met verschillende leuke bezienswaardigheden. Om het aantal toeristen te beperken, is de pont behoorlijk prijzig en moet je toegang betalen tot het eiland. Wild kamperen verboden en ook de enige camping weet van rekenen. Gelukkig is het goed mogelijk om alles wat je wilt zien op één dag te zien, dus dat scheelt een campingovernachting.
We begonnen bij de Heksenheuvel, een heuvel met een wandelpad waarlangs 82 houten beelden staan, personages uit de Litouwse sprookjes- en sagenwereld. Hoewel de figuren ons niets zeiden waren ze wel heel bijzonder om te zien. Knap wat er van boomstammen gemaakt is! Daarna reden we naar De Dode Duinen, een duinlandschap waaronder het dorp Neegeln begraven ligt. Door de wind verplaatsen de duinen zich en zo werd er een dorp bedekt door het zand. Het is een prachtig gebied met bijzonder fraai uitzicht op zowel de Oostzee als op het Koerse Haf (de binnenzee). De wandeling was best intensief door het losse zand en de warmte, maar het was indrukwekkend mooi.
Vandaar naar het zuidelijkste punt waar je mocht komen, verderop ligt de grens naar Kaliningrad, het Parnidisduin. Een hoog duin, met alweer een heel mooi uitzicht, waar een zonnewijzer is te zien. Nadat deze bij een storm in 1999 deels verwoest werd is het weer mooi gerestaureerd.
Onderaan de heuvel ligt het plaatsje Nida, dé plaats van het eiland. Heel erg toeristisch, allerlei souvenirwinkeltjes en terrasjes. Even een ijsje gegeten en weer de weg terug gereden, en gestopt bij een punt vanwaar we een prachtig uitzicht hadden op nesten van aalscholvers en reigers. Van de aalscholvers waren er zo'n 3800 nesten en van de reigers 320. Nou, ieder nest keer vier bewoners, tel maar na: herrie! Wat een kabaal maken die gasten met elkaar. En allemaal dode bomen vanwege alle vogelpoep. Heel apart!
En zo kwamen we weer bij de boot die ons weer terug bracht naar het vasteland.
We gingen weer de grens over naar Letland, naar een camping net onder Palanga, waar we eigenlijk een paar dagen wilden blijven, maar we konden er maar voor één nacht terecht. Er bleek een soort festival te zijn waar de hele camping voor afgehuurd was. Dus lekker gedoucht, water ingenomen en de volgende dag maar weer verder. Weer een mooie camping gevonden, hetzelfde verhaal: helemaal gereserveerd. Uiteindelijk kwamen we via een karrespoor bij een soort boerderijcamping, met een niettebenoemen sanitairhokje, maar heerlijk rustig en we konden via een kort bospaadje zo het strand op. Nou, dan neem je het sanitair voor lief. En toen zondagavond de Letten vertrokken omdat het weekend voorbij was bleven we met een Duits echtpaar over: de vogeltjes voerden de boventoon, helemaal goed!
Tot slot nog een dag rondgewandeld in Liepaja. We stonden op een parkeerterrein midden in het centrum van de oude stad waar we ook bleven overnachten. Tegenover de parkeerplaats was de Evangelisch Lutherse kerk, de buitenkant deels in de steigers en dat was ook echt nodig: zwaar achterstallig onderhoud. Van binnen weer zeer gedecoreerd.
Verder gewandeld via een voetgangers/winkelstraatje naar de Markt, die zich grotendeels buiten bevond. Blijft gezellig om op zo'n markt rond te kijken. Langs een mooi park met fontein liepen we naar de kust en verder langs de haven waar men oude pakhuizen aan het restaureren was en er een paar leuke restaurantjes en hotels voor in de plaats gekomen waren, wel in de oude stijl. We waren op zoek naar een klok, gedecoreerd met een paar miljoen barnsteentjes, moet toch opvallen zou je denken. Uiteindelijk even gevraagd, bleken we er vlakbij te staan. Maar een klok? Het leek een soort heel langgerekte zandloper, dun en zo'n twee en een halve meter hoog. Meer een paal eigenlijk;) Maar die steentjes zaten er wel op! Geen eens een foto van gemaakt!
Uiteindelijk vonden we ook het Ambachtshuis waar we diverse kunstenaars aan het werk zagen. Eerst bij een atelier waar met barnsteen gewerkt werd, schuren en polijsten. Leo had inmiddels zijn eigen vondst opgehaald uit de camper en het was dus echt barnsteen. Hij mocht achter de machine om het te polijsten, maar dat viel nog best tegen. Thuis nog maar eens verder gaan met schuren en poetsen. Wel leuk dat hij zo'n mooie steen gevonden heeft.
Eigenlijk is barnsteen een verkeerde naam, want het is geen steen. Het is hars uit een boom, eeuwenoud, en vaak zit er een insectje of blaadje in. Je kunt het verschil met steen voelen want het weegt niets. Vandaar dat je soms enorme hangers aan een ketting ziet: heeft praktisch geen gewicht. Er zijn ook verschillende kleuren barnsteen, van wit naar oranje en bruin. Als je er over wrijft zodat het een beetje warm wordt ruik je de hars. In de Baltische staten wordt het heel veel uit zee gehaald of op het strand gevonden, vooral na een storm. We kwamen foto's tegen van mannen met grote schepnetten in zee. Bij het atelier dat we bezochten lieten ze ons prachtige stenen zien (het wordt toch zo genoemd), maar voor een grote steen betaal je zo 200 euro.
Daarna naar een atelier waar geweven werd. Er stonden een flink aantal weefgetouwen en zo'n 40 vrouwen kwamen daar af en toe weven, mooie stoffen voor kleden en klederdracht. De vrouw die daar de leiding had vertelde dat ze buiten de stad woonde en dat daar paarden waren gekomen uit Nederland. Het zijn de przewalskipaarden die bij ons teveel uitbreiden en via Ark naar o.a. Letland verhuisd worden. Leuk om zo'n verhaal te horen. Verder zagen we nog een atelier waar kaarsen werden gemaakt, houten schalen, sierraden, en naaiwerk. In de hal van het gebouw hing de langste barnsteenketting: 123 meter lang en aan de muur gehangen in de vorm van een spinnenweb.
's Avond lekker uit eten (ons galgenmaal in Letland) en de volgende morgen nog even geparkeerd bij het strand waar we een flinke strandwandeling maakten en in een strandtent koffie dronken. Het weer liet het afweten: bewolkt, wind en koud. Zelfs een paar spettertjes. Gekker moet het niet worden;) Wat zijn we toch verwend deze reis!
Om twee uur 's middags moesten we in de haven aanwezig zijn om in te checken op de boot naar Travemünde. 27 uur varen scheelt ons zo'n 1300 kilometer rijden want de route door Polen, op de heenweg, was ons niet meegevallen, dus per boot terug!
En zo vertrokken we om 16.15 uur uit Letland.
De bootreis duurde 26 uur, en die vul je dan hoofdzakelijk met lezen, eten, slapen, eten, lezen en hangen. In de hut (hutje), voorzien van stapelbed, staan geen stoelen dus verplicht in de lounge zitten, waar de airco te koud stond. Het was jammer genoeg ook te koud om buiten te zitten, waar ook niet echt op gerekend was, er stonden op het dek alleen een paar ongemakkelijke picknicktafels. De volgende dag arriveerden we, precies volgens schema, om 18.00 uur in Travemunde en na een half uur rijden zijn we gestopt op een parkeerplaats in Reinfeld, net voorbij Lubeck. De volgende dag onderweg gestopt in Cloppenburg, een leuk winkelstadje waar we even de benen gestrekt hebben. Het laatste stuk hadden we files en regen, maar om 18.00 uur arriveerden we in Harderwijk. Daar zijn we onze reis begonnen i.v.m. problemen met ons fietsenrek (en de fabrikant zit in Harderwijk) en nu stoppen we onze reis i.v.m. (andere) problemen met ons fietsenrek! En net als 10 weken geleden overnachtten we op een camperplaats, en gingen ook weer even bij de kampeerwinkel langs. De cirkel is rond.
En dan naar huis?
Nee, we zijn, volgens planning, net op tijd terug om een trouwdienst bij te wonen, naar een examenfeestje te gaan en een jarige te gaan feliciteren! Nog handig ook, kunnen we meteen alle kinderen, kleinkinderen, moeder, broers en zussen begroeten! Maar dat is dan ook echt de laatste etappe: tijd om naar huis te gaan!
Maak jouw eigen website met JouwWeb